Een werkgever nam verplicht deel aan een pensioenfonds en twee sociale fondsen. De fondsen vorderden achterstallige premies, buitengerechtelijk kosten en boetes. De werkgever kon zich niet verenigen met de hoogte van de buitengerechtelijke kosten en boete. Hij pleitte voor matiging en betaling in termijnen. De kantonrechter oordeelt allereerst dat de oorspronkelijk hoofdsom (achteraf) te hoog is gebleken. Gelet daarop komt hij tot de conclusie dat de buitengerechtelijke kosten en boete met 10% moeten worden verminderd. De kantonrechter ziet tot slot geen aanleiding om betaling in termijnen toe te staan.